Print deze pagina

Universitaire Werkgroepen (BUW) in beeld

Collega’s aan het woord over aflopend onderdeel van NWO-I

Van de 1.737 medewerkers bij NWO-I vormen er 75 een enigszins onzichtbare groep: zij zitten in de Beheerseenheid Universitaire Werkgroepen (BUW). Die 75 jonge wetenschappers, verspreid over nagenoeg alle Nederlandse universiteiten, zijn bezig om hun onderzoek in de natuurkunde af te ronden. De laatste promovendus of postdoc zal binnen enkele jaren het licht uitdoen in de BUW. Voordat het zover is, besteedt Inside NWO-I aandacht aan deze bijzondere vorm van werkgeverschap binnen NWO-I.

Financier én werkgever

Vóór 2017 was de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) de instelling die bijna al het competitieve geld voor onderzoek in de natuurkunde verstrekte. NWO financierde een klein gedeelte, zoals via de Vernieuwingsimpuls (Veni, Vidi, Vici) en infrastructuur. Bijzonder was dat FOM niet alleen financier was, maar tegelijk ook werkgever: promovendi, postdocs en soms ook technici die bij universiteiten aan het werk gingen met FOM-geld, waren in dienst bij FOM. Zij waren ondergebracht in de BUW, een verzamelnaam zonder verdere juridische status. Andere promovendi deden onderzoek bij een FOM-instituut (AMOLF, ARCNL, DIFFER en Nikhef) en waren ook FOM-werknemer, maar niet in de BUW. In 2017 ging FOM op in NWO, een deel van het subsidiegedeelte in het domein Exacte en Natuurwetenschappen en het andere deel in NWO-I. De ondersteuning bij FOM werd omgevormd tot bureau NWO-I. De BUW kwam onder NWO-I te hangen.

Een terugblik en de proefschriften

FOM werd opgericht in 1946 en bij het opgaan van FOM in NWO liep het totale aantal promoties in de duizenden. De 70 jaar FOM leverde veel mooie natuurkunde op, met eerst voornamelijk resultaten uit fundamenteel onderzoek en later ook meer toepassingsgerichte kennis. Zo startte vanaf 2004 een samenwerking met de industrie in het succesvolle Industrial Partnership Programme. Dat sloeg een brug tussen fundamenteel onderzoek en de mogelijke toepassingen bij de bedrijven die hierop aanhaakten. Het leidde tot diverse patenten en octrooien. Binnen een programma als het Shell-NWO/FOM programma 'Computational Sciences for Energy Research' uit 2012 werden 22 voorstellen voor onderzoek gehonoreerd, die uitmondden in 70 promoties. Om een idee te geven van een ‘gewoon’ FOM-jaar: in 2015 had FOM een budget van 108 miljoen euro, 1100 werknemers en werden 105 proefschriften geschreven, waaronder die van BUW-promovendi. Die boekjes kwamen alle in een carrousel in de entreehal van het FOM-gebouw in Utrecht terecht, als veelkleurige show-off van de mooie fysica. De BUW-promovendi werden ook uitgenodigd voor FOM-festiviteiten, deden mee aan de jaarlijkse sportdag en ze kregen vrij op de zogenaamde directeursdagen, de twee gratis vrije dagen die bovenop de vakantiedagen toegekend werden.

Van de BUW-medewerkers waren er begin 2017 nog ongeveer 220 over. Er kwamen nieuwe medewerkers bij op openstaande vacatures, maar de afgelopen jaren nam het aantal BUW‘ers verder af, omdat er in de BUW nauwelijks nog nieuwe posities gefinancierd werden. Het is een uitloopmodel. Tussen 2017 en 2022 promoveerden ongeveer 150 BUW’ers. De andere uitstromers waren oio’s die niet promoveerden en postdocs. De teller staat nu op 75 BUW medewerkers.   

Peter Spijker, beleidsadviseur Strategische Ondersteuning bij bureau NWO-I

Samen de strategie voor de natuurkunde bepalen
Peter Spijker is beleidsadviseur Strategische Ondersteuning bij bureau NWO-I. Hij heeft de BUW in zijn pakket. “Er waren in de FOM-tijd dus vier instituten en één BUW. De verschillende medewerkers in de BUW, verspreid over de Nederlandse universiteiten, hadden in de praktijk niets met elkaar te maken. Promovendi bij universiteiten van verschillende pluimage werkten vaak in één vakgroep samen. Sommigen waren dan rechtstreeks in dienst van de universiteit en anderen bij FOM in de BUW. Voor het gros van de mensen maakte het waarschijnlijk niet uit wie aan het eind van de maand hun salaris overmaakte. Ook voor de dagelijkse werkzaamheden had deze constructie geen gevolgen. Heel soms zat er spanning op secundaire arbeidsvoorwaarden, als promovendi in dienst van een universiteit bijvoorbeeld een sportpas kregen en ‘onze’ promovendi niet, maar daar werden oplossingen voor gevonden. In elke toekenningsbrief van financiering was omschreven dat FOM-werkgroepleiders, die geld van FOM kregen voor hun wetenschapsvoorstel/-project, als direct leidinggevende verantwoordelijk waren voor het dagelijkse welzijn van hun promovendus of postdoc. Daarop sprak FOM hen ook aan en kon zo goed werkgeverschap laten zien. Werkgroepleiders zelf waren vaak niet in dienst bij FOM, maar samen met de instituten bepaalden zij in hoge mate de richting van de Nederlandse natuurkunde. Als werkgroepleider had je een bepaalde status. Dit was hoe het natuurkundeveld toen was georganiseerd. Op strategisch niveau werkte het goed. Er was een sterk gevoel dat de natuurkundestrategie van het veld was en die koers werd gevolgd.”

“Op papier zou de BUW in 2023 zijn laatste promovendus ‘afleveren’, maar dat gaan we niet halen. Onder andere de coronapandemie, maar ook nog enkele uitstaande verplichtingen hebben ervoor gezorgd dat de BUW nog wat langer blijft bestaan. In de dagelijkse gang van zaken gaat het op dit moment vaak over korte verlengingen voor promovendi en postdocs die vertraging hebben opgelopen en hoe we daar de schaarse middelen voor inzetten,” aldus Peter.

Femke Bangma, BUW-promovenda bij HFML-FELIX in Nijmegen

Kleine verschillen, zoals vakantiedagen
Femke Bangma is vierdejaars promovenda bij HFML-FELIX aan de Radboud Universiteit (RU) in Nijmegen. Ze promoveert in de groep Strongly correlated electron systems. “Ik kijk naar metalen bij heel lage temperaturen in hoge magneetvelden. Het belangrijkste deel van mijn onderzoek speelt zich buiten HFML-FELIX af, in samenwerking met een groep uit Londen. Daar heb ik de meeste metingen gedaan, door covid de laatste twee jaar voornamelijk remote. De set-up in Londen is heel vet. Ze hebben een speciale koelkast die naar extreem lage temperaturen kan, met hoge magneten. Die combinatie komt niet vaak voor.”

“Ik heb net vier maanden contractverlenging gekregen van NWO-I. De afwikkeling van de aanvraag verliep heel soepel. Ik hoop 1 januari 2023 klaar te zijn met mijn proefschrift. Omdat ik in de medezeggenschapsraad van de faculteit zit, kan ik nog twee maanden verlenging krijgen, een soort fijne blessuretijd, maar ik verwacht dat ik die niet nodig heb. Mijn aanstelling is bij NWO-I in de BUW. Het verschil met mijn collega’s die een contract met Radboud Universiteit hebben zit ‘m in kleine dingen, bijvoorbeeld in cursussen die worden aangeboden en in vakantiedagen. Op de laatste middag van de Nijmeegse Vierdaagse moeten we op de Radboud Universiteit verplicht vrij nemen en ook tussen kerst en oud en nieuw. Dit zijn de lokale regels en ik registreer dat zelf in het systeem van NWO-I. Ik weet dat de BUW twee leden in de Centrale Ondernemingsraad van NWO (COR NWO) mag leveren, maar zelf zou ik niet zo snel in de COR NWO zitting nemen. Dat voelt te ver weg. Sowieso ben ik voorstander van dingen lokaal oplossen. Met een collega bepleit ik bij HFML–FELIX een efficiënter gebruik van elektriciteit, om de warmte die de magneten genereren te hergebruiken voor het verwarmen van gebouwen op de campus. Hoe mooi zou het zijn als we in de winter alle groene stroom de die we verbruiken als warmte terug leveren?”

Annette Bor, P&O-medewerker bij bureau NWO-I en verzorgt de BUW-administratie

Een ansichtkaart van een dienstreis
Annette Bor verzorgt bij bureau NWO-I alle administratie voor de BUW: arbeidsvoorwaarden, visumaanvragen, reiskostenvergoedingen, verhuiskosten, contracten en sinds 2018 ook de salarisadministratie. “Ik ben in 1993 bij FOM gestart. Toen de BUW groter was, hadden we de universiteiten nog verdeeld over twee collega’s. Nu doe ik de BUW alleen. In mei start er nog iemand in Delft, tot januari 2023. Door corona heb ik de afgelopen jaren weinig voorschotten en declaraties voor buitenlandse dienstreizen hoeven verwerken. Wel kwamen er veel verzoeken om verlengingen binnen. Wij vragen dan om een verklaring van hoeveel hoofdstukken klaar zijn en wat er nog moet gebeuren aan het proefschrift. Promovendi kunnen apart aangeven hoeveel maanden vertraging te wijten zijn aan corona, want voor de financiering daarvan is een apart fonds in het leven geroepen. Soms heeft een promovendus op een andere manier pech, bijvoorbeeld als een apparaat in een lab stuk was en hij of zij geen experimenten kon doen. Een contract mag verlengd worden tot het moment dat het proefschrift naar de leescommissie gaat. Als de proefschriften klaar zijn, ontvang ik twee exemplaren en vergoed de drukkosten. Vroeger werden mijn collega Maria (Teeuwisse, red.) en ik nog wel eens bedankt in het proefschrift. Of oio’s die op dienstreis waren stuurden een ansichtkaart. Het contact is altijd prettig, want je kunt echt iets voor ze betekenen. Vooral voor promovendi uit het buitenland is het zoeken naar hoe dingen in Nederland geregeld zijn. Soms moest ik voor een heel gezin visa regelen. Bij het jaarlijkse Physics@Veldhoven congres, kwamen we elkaar tegen: ‘Ah, are you THE Annette Bor’, zeiden ze dan. Ook besprak ik daar cases met werkgroepleiders.” 

Detlef Lohse, werkgroepleider BUW en hoogleraar Fluid Dynamics bij Universiteit Twente

De cursussen op maat
Detlef Lohse, hoogleraar Fluid Dynamics bij Universiteit Twente, heeft nog een viertal BUW-promovendi aan het werk in zijn onderzoeksprogramma Fundamental Fluid Dynamics Challenges in Inkjet Printing (FIP1). Wat is voor hem als werkgroepleider het meest in het oog springende verschil tussen BUW-promovendi en andere, die bij de universiteit in dienst zijn? “In de dagelijkse aansturing van promovendi maakt het voor mij als leidinggevende niet uit wie hun salaris betaalt. Als er kleine issues zijn moet ik naar het bureau NWO-I bellen voor promovendus X en naar de universiteit voor promovendus Y. Dat is niet ingewikkeld. Het verschil wordt het duidelijkst in de trainingen die de BUW’ers mogen volgen. Voor hen zijn er bij NWO-I goede cursussen op maat ontwikkeld, zoals Taking charge of your PhD project, The art of scientific writing, of hoe je je wetenschap moet presenteren. Tegen het eind van een promotietraject kunnen BUW-promovendi door het bureau NWO-I georganiseerde bedrijfsbezoeken afleggen, om zich te oriënteren op hun loopbaan. Het enthousiasme over deze faciliteiten en trainingen was en is groot. De promovendi van de instituten van NWO-I kunnen deze nog steeds volgen. Dat is voor hen een groot voordeel. Mijn programma FIP1 krijgt een vervolg in FIP2, maar dan volgens de regels van NWO, dus met promovendi in dienst van de Universiteit Twente. Ik wil niet beweren dat vroeger alles beter was, maar FOM zorgde voor een saamhorigheidsgevoel en iedereen sprak dezelfde natuurkundetaal. Omdat NWO veel groter is en een breder panel andere maatstaven voor honorering hanteert, is het tegenwoordig lastiger om duidelijk te maken wat een bepaald hardcore natuurkundeonderzoek kan opleveren. De concurrentie voor financiering is groot. Niet alles hoeft multidisciplinair aangevlogen te worden, vind ik. De Nederlandse maatschappij heeft er veel profijt van dat onze promovendi in de bètawetenschappen terechtkomen bij bedrijven als ASML, Philips, Canon en Shell.”       

Tekst: Anita van Stel 
Nieuwsbrief Inside NWO-I, mei 2022
Op de NWO-I website vind je het archief van de nieuwsbrief Inside NWO-I. 

Confidental Infomation